DAF HISTORY
In 1949 rijden in Eindhoven de eerste DAF vrachtwagens de fabriekshal uit. Militaire trucks die dankzij de Marshall-hulp, voor de Nederlandse krijgsmacht kunnen worden gebouwd. Ons land heeft weer een autofabriek door de inzet van de broers Hub en Wim van Doorne. Maar een echte autofabriek is het niet, want personenauto's worden er niet gemaakt. Dat gebeurt pas enkele jaren later.
DAF 600
In februari 1958, op de AutoRai in Amsterdam, worden na vier jaar van schetsen, tekenen en moduleren, de eerste produktierijpe DAF personenauto's aan het volk gepresenteerd. De presentatie van de DAF's is een groot succes. Uit de hele wereld is er belangstelling voor het Nederlandse produkt, zo meldt Hub van Doorne tijdens een persconferentie na afloop van de AutoRai in het chique Amsterdamse Amstel Hotel.
Uit de hele wereld ontvangt DAF schriftelijke en telegrafische opdrachten. En zelfs vele verzoeken uit de Verenigde Staten.
Variomatic
Het meest bijzondere van de DAF is dat je niet hoeft te schakelen. Iedereen kan ermee rijden.
Jan de Lange, auteur van het boek 'Dafjes', zegt daarover:
"Het is zowel het grote voordeel als ook het grote nadeel van de DAF geweest. Hoe prettig het ook was om te rijden, het is ook de oorzaak van het matige imago van DAF. Als je met zo'n auto reed, was het volgens de man op straat, een bewijs dat je niet kon schakelen. En daarin lag de kern van het probleem. Veel mensen die op zich heel graag in zo'n auto hadden willen rijden, deden dat niet omdat ze de indruk wekten dat ze niet met het koppelingspedaal konden omgaan. Het ging zelfs zover dat als je in een DAF je rijexamen haalde, er een aantekening op je rijbewijs werd geplaatst."
De regenjas
Toch is de Daf 600 uit 1958 met de variomatic niet de eerste personenauto die Hub van Doorne ontwerpt en bouwt. In de Tweede Wereldoorlog werkt hij aan een tweepersoonsautootje, een driewieler, die de bijnaam "de regenjas" krijgt. Want hoewel de beide broers van Doorne zijn begonnen met het maken van opleggers en aanhangwagens, is het uiteindelijke doel voor Hub van Doorne het bouwen van een personenauto, een familieauto.
Ruim een jaar nadat de Daf 600 is gepresenteerd en er intussen 4000 zijn verkocht, rollen op 3 maart 1959 de eerste auto's in Eindhoven van de lopende band. De eerste twee DAFs die worden geproduceerd, staan nu in het DAF museum, natuurlijk ook in Eindhoven.
Jan de Lange: "Het bijzondere is dat het Dafje hier ontworpen en gebouwd is en dat heeft geen enkele andere auto. Alle onderdelen zijn gewoon in Nederland gemaakt. Dit is een puur Nederlands produkt waar je als Nederlander trots op kan zijn."
De DAFjes
De 600 uit de beginjaren wordt gevolgd door de Dafjes 33, 44, 46, 55, 66 en een nieuwe middenklasser, de Daf 77, staat in de steigers. Helaas blijven de produktie-aantallen te klein doordat er geen geld is voor de gigantische investeringen. De geplande 100.000 Dafs per jaar worden nooit gehaald. Net op tijd wordt in 1975 de personenwagendivisie van DAF verkocht aan Volvo. Volgens Jan de Lange doen de Zweden een goede zaak, want zij krijgen door de koop een middenklasser in handen die uiteindelijk bekend wordt als de Volvo 343.
En naast de bestaande 'tanks' van Volvo, leverde de nieuwe DAF een prachtige compacte middenklasser.
Een klassieke statussymbool
De droom van beide broers van Doorne duurt 17 jaar lang, van 1958 tot 1975. Een oerhollands produkt, enthousiast onthaald maar volgens velen verkeerd verkocht. Door de oprukkende welvaart worden zaken als tv, wasmachine en ook de auto normaal en de collectieve trots maakt plaats voor individueel aanzien. Het DAFje wordt geen begeerlijk statussymbool.
Maar volgens Jan de Lange, lijkt het Dafje alsnog de waardering te krijgen die het verdient. Men is nu trots zich in zo'n klassieker op de weg te begeven.
Een Hollandse auto voor de echte liefhebber.
|